Iedere keer als Israel me vertelt dat hij voor de zaak naar Aguascalientes moet, doe ik van binnen een klein vreugdedansje. Normaal gesproken betekent dat namelijk dat ik mee mag𤣠en daar word ik blij van. En nou niet per se vanwege Aguascalientes, maar wel vanwege Zacatecas.
ā^-^ā
In Zacatecas ben ik inmiddels al een keer of vier/vijf geweest, maar de koloniale gebouwen, de directheid van de inwoners en de prachtige weg ernaartoe weten me iedere keer weer te betoveren.
Gaan we naar Aguascalientes, dan gaat de wekker steevast om 5:30. In een half uur smeren we broodjes, zoeken we de laatste spulletjes bij elkaar en knuffelen we Misu š¶ nog een laatste keer. Stipt om zes uur rijden we de straat uit met koers op het zuiden.

De staat Nuevo León š²š½ verlaten we al snel en via het supergroene Huachichil, in de staat Coahuila, rijden we in vijf uur naar Zacatecas. Onderweg lees ik nog eens wat over de omgeving, wanneer m’n oog plots valt op een blokje tekst in mijn reisgids, dat me met uitroeptekens toeschreeuwt: Jerez, een dorpje nog Mexicaanser dan een tortilla!!!
Mexicaanser dan een tortilla, dat moet ik zien. “Is Jerez leuk?”, vraag ik aan Israel. “Geen idee, maar altijd al naartoe gewild” antwoordt hij. Alsof het zo had moeten zijn, zien we op dat moment een bord met de afslag naar Jerez “Pueblo Magico”. We besluiten de gok te wagen en slaan niet linksaf naar Zacatecas, maar rechtsaf richting Jerez.

Een uitstekende keuze zo blijkt, want Jerez is een pareltje! De kleurige koloniale gebouwen stralen ons tegemoet onder de Mexicaanse zon. En een hele fijne bijkomstigheid; er is in geen verre of wegen een toerist te bekennen.
We struinen wat rond door de smalle straatjes, bezoeken een marktje en ploffen uiteindelijk neer in een piepklein gordita restaurantje. In de auto waarschuwde Israel me al: “pas op, alles is way (but wayyyyyyyyy) more spicy in een rondom Zacatecas”. Met mijn frijoles (bonen) en nopales (cactusbladeren) gorditas weet ik zowaar de dans te ontspringen, maar bij Israel springen na twee happen van zijn gordita de tranen in zijn ogen. Hij is zwaar in pain. š¶š¶ En dat zegt wat. Buiten dat zijn de gorditas om te smullen.

Na het eten is het tijd om te gaan; we willen vandaag namelijk ook nog een paar uurtjes daglicht meepakken in Zacatecas.
Een minuut of veertig later komen we aan in een uiterst schattig Mexicaans hotelletje. We staan onszelf een kleine siĆ«sta toe en als we een uur later uitge-powernapt zijn, zijn we helemaal fris om de stad te ‘her-ontdekken’.

Elke keer wanneer we Zacatecas bezoeken verbaas ik me over de ‘lack’ aan toeristen. Stiekem denk ik dat ik Zacatecas daarom zo’n fijne plek vind. In tegenstelling tot steden als Guanajuato en San Miguel de Allende, die qua architectuur zeker zo mooi zijn, maar waar het stikt van de toeristen, kan ik in Zacatecas op m’n gemakje genieten van de rust, de authenticiteit en de mooie architectuur. Zacatecas voelt Ć©cht. En ja, er is wel degelijk hier en daar een toerist te vinden (kom ik ’s avonds in het restaurant achter), maar deze ontvangt dezelfde to the point approach als de lokale gast. Ik krijg geen speciale behandeling en word niet op handen gedragen; heerlijk vind ik dat.
’s Avonds eten we in Los Dorados de Villa, een extreem leuk en betaalbaar restaurantje. Ik eet overheerlijke enchillades met mole; Israel drinkt mezcal en eet een schorpioen. š¦
Ik blogde eerder over Mexico in Zonsondergang vanaf de 44e verdieping in Mexico City, San Pancho: het smerigste dorpje van Mexico en Leven in het moeras in Mexcaltitan.
He eindelijk weer eens een nieuwe post!
Ik ga m lekker op gemak lezen dit weekend š
LikeLike